Blik op de geboorten in 2020

Agentschap Opgroeien deelt jaarlijks heel wat cijfers over Opgroeien in Vlaanderen, ook over de baby's die in dit bijzondere jaar zijn geboren.

"Opgroeien kan dankzij de veelheid aan cijfers van Kind en Gezin goed opvolgen wat de kenmerken zijn van de borelingen van 2020. Die data op Vlaams, provinciaal en lokaal vlak zijn niet alleen maatschappelijk of wetenschappelijk nuttig, maar ook erg beleidsrelevant. Een goed zicht op het aantal borelingen, jonge kinderen en hun kenmerken kan het beleid en de dienstverlening voor kinderen en gezinnen enkel ten goede komen."
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Evolutie geboorte- en vruchtbaarheidscijfer

In de loop van 2020 registreerde Kind en Gezin 63.611 geboorten bij moeders met een woonplaats in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er 1.087 minder dan in 2019, een daling met 1,7%. Het geboortecijfer 2020 ligt net iets lager dan dat van 2004 (63.843).

Evolutie geboorten in het Vlaams Gewest 2001-2020
Evolutie geboorten in het Vlaams Gewest 2001-2020

In de provincies Limburg (-4%) en Antwerpen (-3,8%) is de daling het sterkst, in West-Vlaanderen is ze beperkt (-0,5%). In Oost-Vlaanderen (+0,1%) en Vlaams-Brabant (+0,3%) neemt het geboortecijfer licht toe.

Evolutie van de geboortecijfers per provincie
Evolutie van de geboortecijfers per provincie

De daling van het geboortecijfer gaat gepaard met een dalend vruchtbaarheidscijfer.
In 2020 bedraagt het 1,56 kinderen per vrouw, in 2019 lag dat op 1,60. Het is van begin jaren 2000 geleden dat het vruchtbaarheidscijfer nog op dat niveau lag.

Het vruchtbaarheidscijfer van niet-Belgische vrouwen ligt nog steeds heel wat hoger dan dat van Belgische vrouwen (2,32 versus 1,45) maar het verschil is in 2020 opnieuw kleiner geworden (0,87 tegenover 1,47 in 2001). ​

De leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers tonen dat in 2020 alle leeftijdsklassen - met uitzondering van de vrouwen tussen 30 en 35 jaar - minder kinderen kregen. De vruchtbaarheidscijfers voor vrouwen tussen 20 en 30 jaar dalen verder en liggen, net zoals de voorgaande jaren, historisch laag.

Het vruchtbaarheidscijfer voor vrouwen tussen 25 en 30 jaar ligt sinds 2017 lager dan dat van vrouwen tussen 30 en 35 jaar (11,9 kinderen per 100 vrouwen in 2020).

Evolutie van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers in het Vlaams Gewest
Evolutie van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers in het Vlaams Gewest

Kenmerken van de borelingen en hun ouders

Het aantal kinderen dat prematuur (zwangerschapsduur ​ <37 weken) geboren wordt, is gedaald met 0,6 procentpunt.

44,7% van de kinderen is het eerste kind van de moeder. 1 op de 5 (19,9%) van de borelingen heeft pariteit 3 of meer, een beperkte daling t.o.v. 2019.

1% van de in 2020 geboren kinderen heeft een moeder jonger dan 20 jaar. Net zoals vorig jaar heeft 3,3% van de kinderen een moeder ouder dan 40 jaar. ​
Sinds 2015 is het aandeel kinderen met een moeder jonger dan 30 jaar bij de geboorte afgenomen met 4 procentpunten (van 47,7% naar 43,8%).

30,1% van de kinderen geboren in 2020 heeft een moeder die bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had. Dat is een stijging met 1,1 procentpunt tegenover 2019. De stijging doet zich in elke provincie voor.

Percentage kinderen geboren in 2020 waarvan de moeder bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had
Percentage kinderen geboren in 2020 waarvan de moeder bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had

Het gaat om meer dan 170 verschillende nationaliteiten. De meest voorkomende andere geboortenationaliteiten van moeders zijn Marokkaans (4,6%), Nederlands (2,1%), Roemeens (2%) en Turks (1,9%).

Taal moeder en kind

Net zoals in 2019 is bij 30% van de kinderen geboren in het Vlaamse Gewest de taal tussen moeder en kind niet het Nederlands. Frans is de meest gebruikte andere taal (6,4%). Arabisch (4,3%) en Turks (2,6%) komen op de tweede en derde plaats.

In Vlaams-Brabant spreekt 45,9% van de kinderen geen Nederlands met de moeder. In de andere provincies liggen die percentages heel wat lager; in Antwerpen 32,9%, in Oost-Vlaanderen 26,2%, in Limburg 22,7% en in West-Vlaanderen 18,6%.

Hoewel het cijfer op Vlaams niveau niet verder toeneemt, zijn er op provinciaal niveau wel evoluties. Vlaams-Brabant kent een toename van het aandeel borelingen van wie de taal tussen moeder en kind niet het Nederlands is (+1,4 procentpunt), in de provincies Antwerpen en Limburg neemt het aandeel af.

In Antwerpen en West-Vlaanderen komt Arabisch het meest voor (respectievelijk 6% en 3,2%). In Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen is dat Frans (respectievelijk 24,6% en 4,2%) en in Limburg is Turks (6,7%) de meest voorkomende taal tussen moeder en kind. ​

Meer (lokale) cijfers

Opgroeien bundelt tal van grafieken en dashboard over deze thema’s op de cijferpagina van de website van Opgroeien. De gegevens over origine en taal ​ zijn ook beschikbaar op lokaal niveau.

 

 

 

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Opgroeien

Opgroeien helpt het recht op kansrijk te realiseren voor élk kind en élke jongere in Vlaanderen en Brussel. Met onze eigen dienst- en hulpverlening en samen met partners ondersteunen we kinderen, jongeren en hun gezinnen. De dienstverlening gaat van preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, Groeipakket, pleegzorg, adoptie, jeugdhulp tot de aanpak van jongeren die delicten plegen.

Neem contact op met

Hallepoortlaan 27 1060 Brussel

www.opgroeien.be