Corona zet veerkracht van gezinnen in kwetsbare situatie onder druk
Het aantal verontrustende thuissituaties bij kinderen en jongeren steeg in 2020 ten opzichte van 2019. Vooral het aantal situaties dat met hoogdringendheid wordt behandeld, nam sterk toe. “Het is duidelijk dat corona de veerkracht van gezinnen in een kwetsbare situatie onder druk zet, maar we geloven dat intensieve samenwerking en ondersteuning gezinnen nu kan helpen”, zegt Niels Heselmans, woordvoerder van Opgroeien.
Dat corona een stevige impact heeft op kinderen, jongeren en gezinnen konden we de afgelopen weken en maanden al vaststellen. Verschillende hulplijnen, de geestelijke gezondheidszorg en het CLB merkten een aantal opvallende stijgingen. Ook bij de ondersteuningscentra jeugdzorg is er een stijging in het aantal jongeren waarvoor een dossier loopt omwille van verontrusting, al is die tendens minder uitgesproken dan bij de eerstelijnshulp. “Het aantal kinderen in verontrusting bij de ondersteuningscentra jeugdzorg steeg met 3,6% ten opzichte van vorig jaar.”, zegt Niels Heselmans, woordvoerder bij agentschap Opgroeien. “In absolute aantallen gaat het over 12.184 kinderen en jongeren die ondersteuning krijgen, in vergelijking met 11.766 in 2019. Bovendien geven consulenten aan dat in gezinnen waar ondersteuning al loopt, meer crisissen moesten opgevangen worden. Aan alles merk je dat er de houdbaarheidsdatum van wat haalbaar is voor gezinnen in moeilijkheden het afgelopen jaar bereikt werd en de hulpvragen complexer werden. De ondersteuning van het netwerk viel grotendeels weg, terwijl dat vaak cruciaal is om gezinnen weer op pad te helpen.”
Wanneer kinderen of jongeren in een onveilige situatie opgroeien, kunnen hulpverleners melding maken bij het een ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ). “Bij een ondersteuningscentrum jeugdzorg kan dat alleen wanneer er sprake is van maatschappelijke noodzaak en hulpverleners inschatten dat de overheid moet tussenkomen.”, verduidelijkt Heselmans. “Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) kan tussenkomen in situaties waar een vermoeden is van kindermishandeling, met of zonder maatschappelijke noodzaak. Ook bij de Vertrouwenscentra Kindermishandeling steeg het aantal unieke kinderen en jongeren: van 12.955 naar 13.051. Bij 2.770 kinderen was er sprake van maatschappelijke noodzaak, een stijging van 9,3% tegenover 2019. De ernst wanneer er sprake is van verontrusting in 2020 ligt dus hoger dan de voorgaande jaren.”
Hoogdringendheid
Schat het ondersteuningscentrum jeugdzorg of het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling in dat het parket moet ingeschakeld worden, dan komt het dossier bij de jeugdrechtbank. Bij de sociale dienst van de jeugdrechtbank (SDJ) bleef het aantal nieuw ingestroomde dossiers stabiel. “Globaal steeg het aantal kinderen of jongeren met een jeugdrechtbankdossiers omwille van verontrusting licht, naar 15.851 (+1%).", zegt Heselmans. Wat daarbij wel opvallend is: het aantal verontrustende situaties dat via hoogdringendheid werden aangemeld via het parket steeg van 1.165 naar 1.312 (+12%).”
“Hoewel de globale cijfers in 2020 slechts in beperkte mate toenemen, blijft vooral de vraag: ‘Wat na corona?’ hangen. We hebben het gevoel dat de naweeën van de coronacrisis nog zullen volgen. Al zou het ook kunnen betekenen dat laagdrempelige partners zoals 1712, nupraatikerover.be, CLB’s of de lokale teams van Kind en Gezin vragen rond verontrusting sneller oppikken en in samenwerking met andere hulpverleners tijdig kunnen inspelen wanneer zwaar weer dreigt binnen een gezin.”
“Wat wel al duidelijk is: het afgelopen jaar is er in aartsmoeilijke omstandigheden keihard gewerkt om kinderen, jongeren en gezinnen zo goed mogelijk te ondersteunen. Door wegvallen van veel fysieke contacten hebben hulpverleners zich op korte tijd moeten aanpassen. Dat is met een enorme drive en zorgzaamheid aangepakt.”
Bijkomend personeel
Consulenten blijven ondanks de milde stijgingen onder druk staan. “Het is kristalhelder dat er een kloof heerst tussen wat er kan en wat er nodig is.”, zegt Heselmans. “Afgelopen jaar liep er een intensief onderzoek bij de ondersteuningscentra jeugdzorg en de sociale diensten van de jeugdrechtbank. Daaruit blijkt dat er een significant tekort is qua personeel ten opzichte van de dossierlast en de ondersteuning die we gezinnen bieden.”
“Consulenten gaan samen met kinderen, jongeren, ouders en netwerk aan de slag en zetten in op de krachten in een gezin, zonder de zorgen uit het oog te verliezen. In partnerschap, eventueel met andere hulpverleners, wordt er veiligheid gecreëerd voor kinderen, liefst thuis. Als je weet dat een voltijdse consulent gemiddeld 60 kinderen en jongeren opvolgt, is het onmogelijk om met iedereen een even intensief en aanklampend traject aan te gaan. Daarom willen we naast versterking op vlak van personeel ook verder inzetten op administratieve vereenvoudiging, gedeelde verantwoordelijkheid met andere hulpverleners bij verontrustende situaties en een duidelijkere rol wanneer we als overheid ingrijpen en onze initiële tussenkomst niet langer nodig blijkt te zijn. Zo hopen we al een deel van de kloof te kunnen dichten en nog meer het verschil te kunnen maken in het belang van kinderen en jongeren.”
Ook Vlaams Minister van Welzijn Wouter Beke wil dat verschil verkleinen en kondigde alvast een bijkomende personeelsinjectie aan. “Het blijft belangrijk dat we sneller en preventiever inzetten op ondersteuning van gezinnen en de situatie voor de kinderen verbeteren vooraleer ze verder escaleren en verontrusting een feit is. Ondertussen doen we rond verontrusting wat nodig is, en versterkten we de sociale diensten van de jeugdrechtbank en de ondersteuningscentra jeugdzorg met 28 personeelsleden. Daarnaast kunnen de ondersteuningscentra jeugdzorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling elk een beroep doen op 10 extra tijdelijke, voltijdse medewerkers. We investeerden ook in 20 extra tijdelijke verblijfsplaatsen voor kinderen en jongeren, in combinatie met 40 trajecten intensieve begeleiding bij dreigende uithuisplaatsingen. Als we deze versterkingen duurzaam willen laten renderen, dan zullen we tegelijkertijd ook werk moeten maken van een doordachte aanpak van de werkprocessen en moeten we blijven zoeken naar de minst ingrijpende oplossing vanuit het perspectief van kinderen.”
Niels Heselmans