Kansarmoede jonge kinderen in Vlaanderen licht gedaald in 2023

Opgroeien brengt jaarlijks cijfers rond inkomen en (kans)armoede samen. Dit laat toe een beeld te schetsen van het aandeel kinderen dat opgroeit in een gezin met beperkte materiële en financiële middelen. De kansarmoede-index bedraagt 12,1% in 2023, een daling met 0,5 procentpunt tegenover 2022.

Kansarmoede

Kind en Gezin bereikt meer dan 90% van alle borelingen en hun gezin. Daarbij registreren ze een aantal criteria, onder meer over kansarmoede. Kansarmoede wordt berekend op basis van zes parameters die kort na de geboorte van het kind worden beoordeeld: het maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouders, de arbeidssituatie van de ouders, de kwaliteit van de huisvesting, het stimulatieniveau van de kinderen en de gezondheid. Per parameter werd een ondergrens bepaald. Wanneer gezinnen bij minstens drie van de zes parameters onder de ondergrens scoren, groeit een kind op in kansarmoede.

De kansarmoede-index in Vlaanderen is licht gedaald in vergelijking met het jaar daarvoor. 12,1% van de kinderen tussen 0 en 3 jaar groeide in 2023 op in kansarmoede. In 2022 ging het om 12,6%. De daling doet zich voor in elke provincie.

Kinderen in kansarmoede leven vooral in een gezin met een beperkt inkomen, met ouders met een laag opleidingsniveau en een situatie van werkloosheid of een andere precaire arbeidssituatie. Dat de kansarmoede gedaald is, heeft vooral te maken met feit dat borelingen uit 2023 het op deze drie levensdomeinen iets beter hadden in vergelijking met kinderen uit de jaren 2020-2022.

"Dankzij de registraties van de collega’s van Kind en Gezin kunnen we kansarmoedecijfers delen met heel Vlaanderen. Die cijfers zijn belangrijk. Maar cijfers brengen nooit de complexiteit van armoede in beeld, noch de impact ervan op gezinnen die leven in constante stress. Elk kind heeft het recht om kansrijk op te groeien. Kansarmoede maakt dat kinderen zich niet ten volle kunnen ontplooien. Daarom moeten we blijvend inzetten om deze drempels aan te pakken."
Claudia Di Vaio, social werker Kind en Gezin, ​ coach in de vrt-reeks ‘Zorgen voor Mama’

De kansarmoede-index bij kinderen van wie de moeder bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had, ligt met 28,1% hoog. Voor kinderen met een moeder van Belgische origine is dat 4,8%.

Kansarmoede doet zich meer voor in steden dan in kleinere gemeenten. In de grootsteden wordt bijna 1 kind op 4 in kansarmoede geboren, in de centrumsteden 16,2%. Kansarmoede komt veel minder voor op het platteland (7,3%).

In meer dan de helft van de gemeenten daalt de kansarmoede, in 1 op 6 gemeenten is er een stijging van 1 procentpunt of meer.

“De kansarmoedeindex daalt verder, dat stemt hoopvol. Ik ben verheugd dat we de afgelopen legislatuur de kentering hebben ingezet: zowel de kansarmoede als het armoederisico dalen. Bovendien konden we er voor zorgen dat meer kinderen recht kregen op sociale toeslagen. Zo krijgen onze gezinnen, ook van wie werkt aan een beperkt loon, een duwtje in de rug. Maar met een kansarmoede-index op 12,1% is het werk niet af. Daarom moeten we blijven inzetten op structurele hefbomen voor onze gezinnen aan de ene kant en nabije diensten en ondersteuning aan de andere kant. Denk maar aan de Huizen van het Kind, de lokale bondgenotennetwerken kinderarmoede of de pilootprojecten opvoedingsondersteuning.”
Hilde Crevits, minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Armoederisico volgens SILC

De EU-SILC, European Union – Statistics on Income and Living Conditions, is een enquête naar inkomens- en levensomstandigheden bedoeld om zowel op Belgisch als op Europees niveau armoede en sociale uitsluiting in kaart te brengen. De indicatoren worden berekend op basis van de antwoorden van een steekproef van private huishoudens, in België gaat het om zo'n 7000 huishoudens.

De SILC -indicatoren zijn al in zijn geheel gepubliceerd. Opgroeien focust specifiek op de SILC-indicatoren voor Vlaamse gezinnen met kinderen om armoede bij gezinnen met kinderen sterker in beeld te brengen. In Vlaanderen blijft het monetair armoederisico bij minderjarigen stabiel op 7%. Dat betekent dat 7% van de minderjarigen opgroeit in een gezin met een inkomen onder de armoedegrens.

9% van de kinderen jonger dan 18 jaar leeft in een gezin dat aangeeft dat het moeilijk tot zeer moeilijk is om de eindjes aan elkaar te knopen. 4% van de kinderen in Vlaanderen groeit op in ernstige materiële en sociale deprivatie. 14% van de kinderen in Vlaanderen leeft in een gezin dat geen onverwachte uitgaven van 1.300 euro aankan of geen week buitenshuis op vakantie kan.

Uit nadere analyses van deze enquêtegegevens door de Vlaamse Statistische Autoriteit blijkt dat het monetair armoederisico sterk hoger ligt bij gezinnen met een lage arbeidsparticipatie, een laag opleidingsniveau en bij gezinnen met een herkomst van buiten de EU.

  • 24% van de kinderen met minstens één ouder die geboren is in een land buiten de Europese Unie kent een verhoogd armoederisico. Bij kinderen in een gezin waar alle volwassenen geboren zijn in een EU-land is dat 4%.
  • 57% van de kinderen in een gezin met een zeer lage werkintensiteit kent een verhoogd risico op armoede. Bij een middelmatige werkintensiteit is dat 16%, bij een zeer hoge werkintensiteit bedraagt het armoederisico 2%.

Groeipakket en armoede

Inkomensafhankelijke toeslagen in het Groeipakket
In 2023 is er een toename van het aandeel kinderen dat in aanmerking komt voor de inkomensafhankelijke toeslagen van het Groeipakket. Het gaat dan om de maandelijkse sociale toeslag en jaarlijkse schooltoeslag. Deze stijgingen hebben voor een deel te maken met indexeringen van de inkomensgrenzen, maar ook met nieuwe beleidskeuzes van de Vlaamse Regering in het Groeipakket.

  • Eind 2023 zijn er 502.553 kinderen met een sociale toeslag, een toename met 108.083 kinderen tegenover december 2022. In totaal kreeg 30,8% van de kinderen met een Groeipakket een sociale toeslag. Het aandeel lag met 35,4% het hoogst bij kinderen op kleuterleeftijd.
  • Minstens 37% van de kinderen tussen 3 en 18 jaar krijgt een schooltoeslag. Dat het aandeel kinderen met een schooltoeslag iets hoger ligt, komt omdat de inkomensgrenzen om in aanmerking te komen voor deze toeslag soms iets hoger liggen dan de grenzen die bestaan bij de sociale toeslag.

Inkomensverdeling volgens het Groeipakket
De inkomensverdeling* volgens de gegevens van het Groeipakket toont dat 1 op de 5 gezinnen van 2023 in 2021 een bruto belastbaar inkomen had van minder dan 30.000 euro. Bijna 60% had een inkomen tussen 30.000 en 90.000 euro, 21% een gezinsinkomen van minstens 90.000 euro. De inkomensverdeling verschilt naargelang de provincie en naargelang het aantal kinderen in het gezin.

  • In Antwerpen had 22,6% van de gezinnen een bruto belastbaar gezinsinkomen van minder dan 30.000 euro, in de andere provincies en vooral in Vlaams-Brabant lag dat aandeel met 16,7% een stuk lager.
  • Gezinnen met 4 of meer kinderen hebben vaker een beperkter inkomen dan gezinnen met minder kinderen.
"Armoede dat heeft impact op wonen, groeien, gezondheid, onderwijs, hulpverlening en zoveel meer. Armoede grijpt in op de kern van gezinnen en kinderen. Opgroeien vraagt dat de volgende Vlaamse Regering de krachten bundelt om samen de schouders te blijven zetten onder de toekomst van alle kinderen, jongeren en hun gezin."
Bruno Vanobbergen, administrateur-generaal Opgroeien
“Ik ben tevreden met deze evolutie. Door nauw samen te werken met Welzijn en Opgroeien hebben we belangrijke data om armoede te bestrijden en mogelijkheden om aan de basis het verschil te maken. Kinderarmoedebestrijding is en blijft een prioriteit. Ik zie vandaag de eerste resultaten van de projectoproep lokale bondgenotennetwerken: die bewijzen dat lokale samenwerking een uitstekende manier is om concrete problemen rond (kans)armoede aan te pakken.” ​
Benjamin Dalle, minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding

Meer info

  • Voor meer info over de evolutie van de index op gemeentelijke vlak, zie Cijfers op maat | Opgroeien
  • Voor meer details over gezinnen in kansarmoede, zie Cijfers op maat | Opgroeien
  • Voor meer cijfers over het thema inkomen en (kans)armoede zie Gezinsinkomen en (kans)armoede | Opgroeien,
  • Voor meer cijfers over het thema nationaliteit, herkomst en taal, zie Taal en nationaliteit | Opgroeien
  • Voor meer informatie over de inkomensindicatoren en toeslagen in het Groeipakket en de verhoogde tegemoetkoming via de ziekteverzekering en dit per stad of gemeente, zie het dashboard van Opgroeien. Voor de centrumsteden zijn er ook gegevens op wijkniveau beschikbaar.
  • * Het Groeipakket werkt met een geconstrueerd bruto belastbaar inkomensbegrip waarbij voor de inkomensverstrekkers in het gezin gegevens uit diverse bronnen samengeteld worden en waarbij sommige componenten een zwaarder gewicht krijgen.

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Opgroeien

Opgroeien helpt het recht op kansrijk te realiseren voor élk kind en élke jongere in Vlaanderen en Brussel. Met onze eigen dienst- en hulpverlening en samen met partners ondersteunen we kinderen, jongeren en hun gezinnen. De dienstverlening gaat van preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, Groeipakket, pleegzorg, adoptie, jeugdhulp tot de aanpak van jongeren die delicten plegen.

Neem contact op met

Hallepoortlaan 27 1060 Brussel

www.opgroeien.be