Opvang van baby’s en peuters in 2019: een cijferoverzicht
Meer dan 70% van de kinderen tussen 12 en 30 maanden gaat naar de kinderopvang.
Kinderopvang heeft een cruciale functie. Het is een ontmoetingsplek waar ouders en kinderen welkom zijn. Het is een fijne, gezonde en stimulerende plek waar een baby kan groeien en bloeien. Kinderopvang helpt kinderen kansrijk opgroeien.
Opgroeien lanceert jaarlijks een cijferupdate over het aanbod aan opvang voor baby’s en peuters en het gebruik ervan. De jaarlijkse update bevat naast cijfers en online grafieken ook dashboards over de lokale en regionale situatie. Dit maakt het gemakkelijk om de lokale cijfers te vergelijken. De dashboards bevatten cijfers over het type opvangplaatsen en de subsidietrap en de woonplaats en het dagtarief van kinderen in inkomensgerelateerde opvang.
“Kansrijk opgroeien heeft veel facetten. Een goede start is cruciaal. En kinderopvang is daarbij een heel belangrijke partner voor ouders. Dat maken onze cijfers ook duidelijk. Opgroeien brengt via de website het kinderopvanglandschap in Vlaanderen en Brussel helder in kaart via cijfers en extra grafieken en dashboards. Zo ondersteunen we de lokale besturen, lokale partners en de sector zelf bij de realisatie van een lokaal en geïntegreerd gezinsbeleid. Samen maken we het grootste verschil.”
Katrien Verhegge, administrateur-generaal Opgroeien
Aantal kinderopvangplaatsen
Eind 2019 waren er 95.027 plaatsen voor baby’s en peuters vergund door Kind en Gezin. Dat zijn 1.664 plaatsen (+1,8%) meer dan in 2018. De toename in het aantal plaatsen komt er door uitbreidingen in de groepsopvang en bij samenwerkende gezinsopvang.
Hoewel het totaal aantal plaatsen stijgt, is er een daling van het aantal opvanglocaties. In 2019 startten 421 nieuwe locaties (+3.971 plaatsen) en stopten 724 locaties (-5.427 plaatsen). De toename in het totale aantal plaatsen is dus vooral het gevolg van een uitbreiding van het aantal plaatsen in bestaande opvanginitiatieven.
92,7% van alle opvangplaatsen ligt in het Vlaams Gewest. In Vlaanderen is het aantal plaatsen met 2% toegenomen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goed voor 7,3% van het aantal opvangplaatsen, is er een daling met 1,1%.
In het Vlaamse Gewest zijn er in totaal 44,9 opvangplaatsen beschikbaar per 100 kinderen jonger dan 3 jaar. Het aantal plaatsen per 100 kinderen stijgt in elke provincie. Er zijn wel grote verschillen. In Limburg zijn er 39,8 plaatsen per 100 kinderen, in West-Vlaanderen 51.
Niet alle kinderen gaan voltijds naar de kinderopvang. Zo kan één opvangplaats door meerdere kinderen gebruikt worden. De cijfers bevestigen dat. In het Vlaamse gewest gaat 55% van alle kinderen tussen 2 maanden en 3 jaar naar de (formele) opvang. Het gebruik ligt het hoogst in West-Vlaanderen (63,3%) en het laagst in Antwerpen (51,3%).
Het aandeel kinderen dat naar de opvang gaat verschilt erg naargelang de leeftijd van de kinderen.
- Meer dan 70% van de kinderen tussen 12 en 30 maanden gaan naar formele opvang.
- Bij jongere kinderen ligt dat cijfer lager:
- 5% van de baby’s van 2 maanden gaat naar formele opvang;
- 39% van de baby’s van 3 tot 6 maanden gaat naar de formele opvang.
- Van de kleuters ouder dan 2,5 jaar gaat nog maar 12,9% naar de formele dagopvang. Veel van die kinderen gaan dus al naar de kleuterschool.
Inkomensgerelateerde kinderopvang
75,8% van de plaatsen is inkomensgerelateerd. Ouders betalen er dus een prijs die afhankelijk is van hun inkomen. Het aandeel inkomensgerelateerde plaatsen nam toe tegenover 2018. Toen was 75,0% van de plaatsen inkomensgerelateerd.
- 19% van de opgevangen kinderen betaalt het standaardminimumtarief van 5,24 euro of lager.
- 12% betaalt een dagtarief tussen de 5,24 en 10 euro per dag.
- 19% betaalt een dagtarief tussen de 10 en 15 euro per dag.
- 28% betaalt een dagtarief tussen 15 en 20 euro.
- 17% betaalt een dagtarief tussen 20 en 25 euro.
- 4% betaalt meer dan 25 euro.
Online dashboards
Opgroeien deelt via online dashboards ook cijfers over de lokale opvangsituatie. Hierdoor kan nog beter een eigen lokaal gezinsbeleid uitgetekend en uitgevoerd worden.
De dashboards tonen de cijfers over het aantal en het soort plaatsen, het aantal plaatsen per 100 kinderen, de inkomensattesten en het gemiddeld dagtarief in de inkomensgerelateerde opvang. Voor de inkomensgerelateerde plaatsen tonen ze ook waar de kinderen wonen en in welke gemeente ze naar de opvang gaan. Zo woont 24,7% van de kinderen die naar een inkomensgerelateerde opvang gaan, in een andere gemeente dan de locatie van de opvang.
"In veel gemeenten verzamelt het lokaal loket kinderopvang cijfers, bijv. over de onbeantwoorde vragen naar kinderopvang. De gegevens van Opgroeien vullen die lokale informatie perfect aan: de gemiddelde ouderbijdrage, aantal inkomensgerelateerde plaatsen ... Lokale besturen zijn overtuigd van het belang van kinderopvang voor ouders én kinderen. Duidelijke cijfers kunnen Vlaamse en lokale politici inspireren om hun beleid nog meer te enten op de noden op het terrein. Meten is weten.
Nathalie Debast, woordvoerder Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)
Nuttige link
Nele Wouters