Toegenomen pedagogische kwaliteit in de kinderopvang
Onderzoek toont dat de pedagogische kwaliteit in opvang van baby’s en peuters is toegenomen. Ook ouders zijn erg tevreden over hun opvang. Er blijft marge voor verbetering.
Vandaag stelt Opgroeien samen met de onderzoekers van de KU Leuven en de U Gent de resultaten voor van het nieuwe onderzoek naar de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang. Dit onderzoek toont dat de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang duidelijk is toegenomen tegenover de vorige meting uit 2016.
“Vanuit Opgroeien zijn we blij dat de positieve dynamiek die we al langer zien in de sector ook zichtbaar is in de resultaten. De pedagogische kwaliteit in de kinderopvang neemt toe en dat is mede dankzij de volgehouden inzet van iedereen die in de kinderopvang werkt. Vanuit Opgroeien willen we élke kinderbegeleider, verantwoordelijke, organisator en coach uitdrukkelijk erkennen en waarderen voor het grote engagement, ook in roerige tijden. Goede kinderopvang helpt baby’s en peuters kansrijk opgroeien.”
Dieter Vanhecke, afdelingshoofd Kinderopvang Opgroeien
Situering
Goede kinderopvang is van hoge pedagogische kwaliteit en draagt bij aan de ontwikkeling en het welbevinden van jonge kinderen. Het helpt kinderen kansrijk opgroeien.
Om die pedagogische kwaliteit objectief te kunnen meten, werd in 2015 een wetenschappelijk instrument ontwikkeld. MeMoQ meet en monitort de pedagogische kwaliteit in de opvang van baby's en peuters.
Het wetenschappelijk instrument hanteert een grondige en genuanceerde blik op pedagogische kwaliteit. MeMoQ zoomt in op hoe kinderbegeleiders de kinderen emotioneel en educatief ondersteunen. Daarnaast scoort het ook de omgeving op diverse vlakken en heeft het oog voor het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. Ook ouders worden bevraagd over de opvang van hun kind.
Met het wetenschappelijk instrument volgde in 2016 een eerste grootschalig onderzoek naar de pedagogische kwaliteit in 400 locaties kinderopvang in Vlaanderen en Brussel.
Het onderzoek concludeerde dat kinderen zich over het algemeen vrij goed voelen in de kinderopvang. Ook de wijze waarop kinderbegeleiders kinderen emotioneel ondersteunen en zorgen voor een warm klimaat scoorde eerder hoog. Tegelijk toonden de observaties aan dat de kinderopvang nog meer kan inspelen op de nieuwsgierigheid en de exploratiedrang van kinderen.
Opgroeien gaf onderzoekers van U Gent en KU Leuven opdracht tot een opvolgonderzoek. In 2023 namen meer dan 300 kinderopvanglocaties hieraan deel.
Resultaten
De scores voor de pedagogische kwaliteit zijn op de meeste vlakken verbeterd tegenover de resultaten uit 2016. Niet alleen het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen, maar ook de emotionele ondersteuning, de educatieve ondersteuning van peuters en de inrichting van de ruimtes zijn significant verbeterd.
"Het is goed nieuws dat de hele sector op zowat alle domeinen verbeterd is. Maar de spreiding, de verschillen tussen voorzieningen, is nog erg groot. Het is nu zaak om de voorzieningen die het minder goed doen, ook mee te krijgen."
Onderzoekers MeMoQ
Naast het onderzoek in de meer dan 300 opvanglocaties zelf, werden ook meer dan 1600 ouders bevraagd van wie het kind naar een van die kinderopvanglocaties gaat.
De meeste ouders zijn erg tevreden over de kwaliteit van hun kinderopvang. In vergelijking met 2016 is het oordeel van de ouders over de pedagogische kwaliteit zelfs nog iets toegenomen.
Aandachtspunten
Een meerderheid van de leefgroepen scoort matig tot laag op het vlak van educatieve ondersteuning. Het gaat hierbij om het bijstaan en stimuleren van baby's en peuters door spel, exploratie en taalstimulatie. Een sterke educatieve ondersteuning in de kinderopvang heeft positieve effecten op de latere ontwikkeling. Het is dus belangrijk om hier in alle leefgroepen en in het bijzonder bij de baby's extra op in te zetten.
In dit onderzoek werd ook voor het eerst gepeild naar de mate waarin kinderbegeleiders de groepsverbondenheid versterken. Het gaat dan over de mate waarin kinderbegeleiders betrokken zijn bij de groep als geheel en momenten benutten om de groepsverbondenheid en samenhang te versterken door bijvoorbeeld kinderen samen te laten praten, spelen of knutselen. Hier zijn de scores eerder laag.
Als het gaat om de kinderopvangomgeving is er een verbetering van de indeling en inrichting van de speelruimtes. Toch is de globale MeMoQ-score voor de omgeving gemiddeld laag.
"Heel wat kinderen vertoeven meer dan twee jaar in de kinderopvang en groeien en ontwikkelen in die tijdsspanne enorm. Het spreekt voor zich dat de omgeving erg belangrijk is en afgestemd moet zijn op hun ontwikkeling om zo alle kinderen voldoende speel- en ontwikkelingskansen te bieden. Hierbij hebben baby’s onze bijzondere aandacht nodig. We zien hier wat achteruitgang. Zeker in gemengde groepen waar veel peuters zijn, moeten we alert zijn op de jongste kinderen."
Onderzoekers MeMoQ
Ook de ouders gaven duidelijk aan dat er - ondanks hun hoge tevredenheid - zeker nog verbeterpunten waren, onder meer op vlak van communicatie naar ouders, aandacht voor (taal)ontwikkeling, het aantal kinderen in de leefgroep en het aantal begeleiders.
Groepsopvang, ratio en pedagogische kwaliteit
De onderzoekers onderzochten welke factoren de pedagogische kwaliteit beïnvloeden. In hun onderzoek komt duidelijk naar voor dat de groepsgrootte en de ratio of het aantal kinderen per begeleider elk afzonderlijk een invloed hebben op de pedagogische kwaliteit.
Groepsgrootte
De regelgeving zegt dat de grootte van de groep maximum 18 kinderen is in een groepsopvang. Bij een gezinsopvang zijn er maximaal acht kinderen tegelijk aanwezig.
De onderzoekers stelden vast dat het algemene welbevinden, de betrokkenheid en de emotionele ondersteuning van baby’s minder goed scoort in grotere groepen.
Ratio
Het MeMoQ-onderzoek werd uitgevoerd in 2023. De wettelijke norm lag op een maximum van acht kinderen per begeleider als de kinderbegeleider alleen in de opvang is en één begeleider per negen kinderen als er minstens twee kinderbegeleiders in de opvang aanwezig zijn. Heel wat locaties kinderopvang zorgden in de praktijk al voor een kleinere ratio, wat toeliet om de impact ervan te onderzoeken.
Het onderzoek uit 2023 toont aan dat gemiddeld genomen een hoger aantal kinderen per begeleider samengaat met een lagere score voor welbevinden, betrokkenheid en de educatieve ondersteuning van baby’s, en een lagere kwaliteit tijdens geleide activiteiten bij peuters.
Eind 2023 besliste de Vlaamse Regering om die ratio tussen 2024 en 2026 al te verlagen en daarvoor ook subsidies te voorzien. Ten laatste in 2027 heeft elke groepsopvang een ratio van minimum één begeleider per vijf baby’s, één begeleider per acht oudere kinderen en één begeleider per zeven kinderen in een gemengde groepen. In de gezinsopvang gaat het om één begeleider per zeven kinderen.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen in hun rapport zowel aanbevelingen voor de praktijk, als voor het beleid.
Heel wat van die aanbevelingen voor het beleid werden ook al door de Toekomstgroep Kinderopvang naar voor geschoven.
Ook Opgroeien formuleert heel wat aanbevelingen in haar Memorandum.
Zo pleit Opgroeien voor een duidelijk groeipad dat maakt dat elke ouder in de kinderopvang terechtkan en er betaalt volgens het inkomen. Opgroeien onderstreept ook het belang van een verlaging van de ratio naar 1 op 5 en voor investeringen in extra medewerkers en ook in meer pedagogische gekwalificeerde medewerkers op de werkvloer.
"De voorbije jaren namen we heel wat maatregelen om de kwaliteit van onze kinderopvang te verhogen. Meer kinderopvangplaatsen kregen de hoogste, inkomensgerelateerde subsidie en dus een betere omkadering, de ratio wordt stapsgewijs verlaagd en we hebben ingezet op extra ondersteuning van de kinderbegeleiders. Het onderzoek toont aan dat deze maatregelen nodig zijn. De resultaten en aanbevelingen zijn alvast een goede leidraad om verder te bouwen aan een kwalitatief sterke kinderopvang in Vlaanderen.”
Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Opgroeien engageert zich om het rapport en alle aanbevelingen maximale weerklank te geven. Op woensdag 18 september lichten de onderzoekers het onderzoek toe aan de stakeholders uit de sector. Opgroeien deelt dan ook alle informatie over het onderzoek de aanbevelingen en reflecties van de onderzoekers.
Meer info
- Alle informatie over MeMoQ op opgroeien.be
Bekijk er ook de korte video's met de aanbevelingen en reflecties van Prof. dr. Michel Vandenbroeck, Prof. dr. Jochen Devlieghere, Prof. dr. Karla Van Leeuwen, Bart Declercq, wetenschappelijk medewerker centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs en Dieter Vanhecke, afdelingshoofd Kinderopvang bij Opgroeien.
Nele Wouters