Vlaams geboortecijfer kent sterkste stijging in 20 jaar
In 2021 werden 66.560 kinderen geboren bij gezinnen die in Vlaanderen wonen, 2.949 meer dan het jaar voordien. Met 4,6% is het de hoogste stijging van het geboortecijfer de afgelopen twintig jaar. Vooral in Oost-Vlaanderen (+7%) en Antwerpen (+5,4%) kwamen opmerkelijk meer kinderen ter wereld.
In de loop van 2021 registreerde agentschap Opgroeien 66.560 geboortes bij moeders met een woonplaats in het Vlaamse Gewest. “Dat aantal is opmerkelijk.” zegt Niels Heselmans, woordvoerder van agentschap Opgroeien. “In vergelijking met 2020 tellen we 2.949 geboortes meer, goed voor een stijging van 4,6%. De afgelopen jaren zat het geboortecijfer vooral in dalende lijn, een toename van deze omvang is zelfs de afgelopen twintig jaar niet geregistreerd. In elke Vlaamse provincie zit het geboortecijfer in de lift, maar de stijging is vooral voelbaar in Oost-Vlaanderen (+7%) en Antwerpen (+5,4%). In Vlaams-Brabant (+4%), Limburg (+2,5%) en West-Vlaanderen (+2,3%) is de toename beperkt.”
Grafiek I - Evolutie geboortecijfers 2001-2021
“De evolutie is deels toe te schrijven aan de stijging van het aantal vrouwen in de leeftijdscategorie tussen 29 en 35 jaar, maar komt er vooral omdat Belgische vrouwen in 2021 meer kinderen voortbrachten.” verduidelijkt Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur bij Opgroeien. “Die stijging van het vruchtbaarheidscijfer is het sterkst bij Belgische vrouwen tussen 30 en 35 jaar. Mogelijk speelde ook de coronacrisis een rol. We zien in de laatste maanden van 2020 en bij de start van 2021 een terugval in het aantal geboorten, terwijl veel meer geboorten geregistreerd werden in de tweede helft van 2021. Mogelijk heeft corona ervoor gezorgd dat gezinnen hun kinderwens in 2020 hebben uitgesteld tot de pandemie weer meer naar de achtergrond verdween.”
Volgens de meest recente verwachtingen van Statbel en het Planbureau zou het geboortecijfer in 2022 terug een dip kennen. Pas in 2030 ronden we volgens voorspellingen opnieuw de kaap van 66.000 pasgeborenen.
Grafiek II - Evolutie van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer 1971-2021
Meer jongens
De trend die blijft aanhouden: het aandeel jongens en meisjes. “Net zoals in de vorige jaren werden ook in 2021 meer jongens (51%) dan meisjes (49%) geboren.”, aldus Heselmans. “Die cijfers zijn gelijkaardig in elke provincie. Bij 44% van de pasgeborenen gaat het om het eerste kind van de moeder, het tweede kind is goed voor een aandeel van 36%. Het aandeel geboorten bij vrouwen onder de 30 jaar neemt verder af. Sinds 2015 is het aandeel kinderen met een moeder onder de 30 jaar bij de geboorte zelfs geslonken met meer dan 6 procentpunten (van 47,7% naar 41,2%). Het aantal kinderen dat prematuur geboren werd, lag in 2021 op 7,7%. In 2020 merkten we nog een daling op bij premature baby’s tot 7,4%. We registreerden vooral meer matig prematuren (van 5,5% naar 5,8%), het aantal ernstig premature kinderen bleef stabiel.”
Taal, nationaliteit & herkomst
Naast het geboortecijfer onderzocht agentschap Opgroeien ook de taal tussen kinderen en hun moeder, en de herkomst van kinderen. “Bij 70,6% van de pasgeborenen is de taal die moeders met hun kind spreken het Nederlands, goed voor een stijging van 0,6 procentpunten.” geeft Vancoppenolle aan. “De cijfers kennen sterke regionale verschillen: in Vlaams-Brabant spreekt 45,1% van de kinderen een andere taal met hun moeder, in Antwerpen 31,7%. In Oost-Vlaanderen (26,0%), Limburg (21,4%) en West-Vlaanderen (19,3%) liggen die percentages lager. Frans is de koploper bij de andere talen (6,5%), Arabisch (3,9%) en Turks (2,3%) volgen op de tweede en derde plaats.”
Voor de eerste keer sinds 2011 neemt ook het aandeel borelingen met een moeder van niet-Belgische origine af. 29,6% van de kinderen geboren in 2021 had een moeder die bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had, een daling met 0,5 procentpunt tegenover 2020.
Grafiek III - Evolutie van het aandeel pasgeborenen
met taal moeder-kind niet Nederlands per provincie
De cijfers die Opgroeien registreert over taal en nationaliteit bij jonge kinderen, werden voor het eerst samengebracht met gegevens over oudere kinderen vanuit Statbel, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het Departement Onderwijs en Vorming. “Die combinatie geeft bijkomende inzichten over de diversiteit van kinderen en jongeren die opgroeien in Vlaanderen, tot op gemeentelijk niveau.” zegt Vancoppenolle. “Globaal kunnen we vaststellen dat bijna 39% van de kinderen en jongeren tussen 0 en 17 jaar een niet-Belgische herkomst heeft: 10,5% heeft zelf nog een andere nationaliteit, 28,2% is nu Belg maar had een andere geboortenationaliteit of ouders die een andere eerste nationaliteit hadden. Belangrijk om daarbij te vermelden: 94,3% van de Belgische minderjarigen met een buitenlandse achtergrond en 48,8% van de niet-Belgische minderjarigen zijn in België geboren. De meerderheid van de kinderen met een niet-Belgische nationaliteit heeft de nationaliteit van een andere EU-land. Op basis van gegevens van het departement Onderwijs en Vorming merken we dat vooral bij oudere kinderen het Nederlands de thuistaal is. In het secundair onderwijs is bij 82,5% van de leerlingen de voertaal thuis het Nederlands, bij lagere schoolkinderen (79,8%) en kleuters (77,3%) ligt dat aandeel iets lager.”
Vlaams minister van Gezin Hilde Crevits: “Vorig jaar is het aantal geboortes duidelijk gestegen in Vlaanderen. Aan de hand van deze cijfers kunnen steden en gemeenten een beleid op maat maken, zodat ze de ondersteuning kunnen afstemmen op de noden van kinderen, jongeren en gezinnen. Ook kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang zal een cruciale rol spelen voor de ondersteuning baby’s en hun gezinnen. En we weten dat er veel vacatures in deze sector zijn, maar de opleidingen oogsten vrij veel bijval. Het wordt dus belangrijk om nog meer bekendheid te geven aan bijvoorbeeld het gratis traject dat VDAB aanbiedt voor werkzoekenden die de opleiding kinderbegeleider volgen en zo een traject naar werk volgen.”
Niels Heselmans