Vlaanderen beëindigt samenwerking met vier herkomstlanden voor adoptie
Het zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn om kinderen te adopteren vanuit Gambia, Haïti en Marokko. Dat is het resultaat van een intensieve screening van alle herkomstlanden waar Vlaanderen mee samenwerkt in het kader van interlandelijke adoptie. Eerder was ook Vietnam al geschrapt als mogelijk herkomstland. Met negen landen wordt de samenwerking verdergezet, bij vijf landen moet een plaatsbezoek nog uitsluitsel brengen voor een definitieve beslissing valt.
De afgelopen jaren kwamen verschillende signalen naar boven dat interlandelijke adopties in het verleden niet altijd even transparant verliepen. Daarom besliste de Vlaamse regering om alle herkomstlanden te onderwerpen aan een grondige screening. Onder meer met informatie van kinderrechtenorganisaties als UNICEF, International Social Service (ISS) en Child Identiy Protection (CHIP) werd elk land grondig onderzocht. Op die manier moest het Vlaams Centrum voor Adoptie de samenwerkingsrelatie in elk herkomstland in kaart brengen om uiteindelijk een beslissing te nemen over verdere samenwerking.
Tweede screeningsronde
Na een eerste screeningsronde begin dit jaar, werd de samenwerking met Portugal, Colombia en Zuid-Afrika bevestigd. Kazachstan kleurde toen oranje: een bezoek ter plaatse moet daar voor extra informatie zorgen om een beslissing te vellen. Met Vietnam werd de samenwerkingsrelatie stopgezet. Tijdens de tweede screeningsronde kwamen 13 andere herkomstlanden aan bod. Drie landen kleurden, net als Vietnam, rood: Gambia, Haïti en Marokko. Dat betekent dat er vanaf vandaag geen interlandelijke adoptie meer mogelijk is voor kinderen uit die landen. Voor Burkina Faso, Hongarije, India en Togo werd nog geen oordeel geveld: daar moet een bezoek ter plaatse extra inzicht geven in de mogelijkheden om op termijn nog adopties te faciliteren. In afwachting van een definitief besluit loopt de samenwerking daar de komende tijd nog voort. De samenwerking met Burkina Faso wordt per direct geschorst omwille van de onveilige situatie in het land. Bulgarije, Chili, de Filipijnen, Honduras, Peru en Thailand kregen groen licht: voor die landen blijven adopties vanuit Vlaanderen mogelijk.
Kandidaat-adoptiegezinnen
Voor heel wat kandidaat-adoptiegezinnen breken nu onzekere tijden aan. Het stopzetten van de samenwerking betekent dat gezinnen die in aanmerking kwamen om uit die specifieke landen te adopteren, nu hun adoptietraject opnieuw moeten bekijken. Het Vlaams Centrum voor Adoptie neemt persoonlijk contact op met elk kandidaat-adoptiegezin dat door deze beslissing getroffen werd. Voor landen die oranje kleuren, lopen de procedures op dit moment onverminderd voort, met uitzondering van Burkina Faso.
"We hebben in het verleden van heel wat geadopteerden, adoptie-ouders en kandidaat-adoptanten boodschappen gekregen dat de samenwerking met sommige landen bijzonder moeilijk is. Dat het bijvoorbeeld moeilijk is om informatie te krijgen over de herkomst van kinderen. Dan moet je op een bepaald moment een beslissing durven nemen. Finaal primeert het belang van het kind. En als je het belang van het kind naar voren schuift, dan is het belangrijk een aantal kwaliteitscriteria te hebben. Die kunnen we voor deze landen niet verzekeren."
Bruno Vanobbergen, administrateur-generaal van Opgroeien
Niels Heselmans