Week van de borstvoeding
Nieuwe cijfers van Kind en Gezin tonen dat meer baby’s starten met borstvoeding en op zes maanden borstvoeding krijgen.

Kind en Gezin komt thuis langs bij 93% van alle pasgeboren baby’s. Vaak is dat het begin van een ondersteuningstraject tot kinderen naar school gaan. Doorheen alle contacten met ouders wordt heel wat informatie geregistreerd. Dat zorgt voor een gedetailleerd beeld van de jongste kinderen in Vlaanderen. Aan de start van de internationale week van de borstvoeding deelt Kind en Gezin nieuwe borstvoedingscijfers. Grote conclusie: meer baby’s starten met borstvoeding en meer baby’s krijgen minstens zes maanden borstvoeding.
“Het internationale jaarthema focust in 2025 op het belang van steun. Als partner, oma, peter, vriend of buurvrouw kan je geen borstvoeding geven. Je kan wel het verschil maken met concrete praktische steun of hulp. Een ovenschotel, een vers brood, broer of zus meenemen naar de speeltuin, … Het maakt een groot verschil. Onze Kraamkaartjes maken hulp vragen en aanbieden makkelijker.
Borstvoeding geven of niet, ermee stoppen of net doorgaan, een moeizame start, vermoeidheid, ... een luisterend oor en de ruimte voor de ouders om het hart te luchten, is ook de steun die zij nodig hebben. Daarom is het goed dat dit jaarthema focust op al die aspecten van steun geven.”
Nele Wouters, woordvoerder Kind en Gezin
Starten met borstvoeding
Starten met borstvoeding begint vaak tijdens de zwangerschap met de beslissing om het te proberen. Kind en Gezin benadrukt daarom dat het belangrijk is dat aanstaande ouders zich al tijdens de zwangerschap correct informeren. Kind en Gezin deelt heel wat wetenschappelijk onderbouwde informatie online, via brochures en er is de Kind en Gezin-Lijn. Die is elke werkdag bereikbaar van 8 tot 20 uur en kreeg in 2024 elke maand tussen de 60 en 70 vragen over borstvoeding, met een piek in augustus van meer dan 100 borstvoedingsvragen.
De eerste borstvoeding heet colostrum en geeft een boost aan de immuniteit van een baby. In Vlaanderen start 83% van alle pasgeboren baby’s - al dan niet uitsluitend - met borstvoeding. Dat aandeel neemt al jaren lichtjes toe. Tien jaar terug startte 78% van alle pasgeborenen met borstvoeding.
“Ik zie heel veel baby’s en volg hun ontwikkeling op. Maar ik ben er evengoed voor de ouders zelf. Een luisterend oor, een bemoedigend woordje, ... Een baby krijgen is een emotionele rollercoaster, ouders doen zo hard hun best. Daarom vind ik het belangrijk dat àlle ouders weten dat Kind en Gezin er ook voor hen is en graag luistert.”
Sofie, verpleegkundige Kind en Gezin Antwerpen
Op dag zes is dat nog 79% van alle pasgeborenen. In 2014 kreeg 73% van de baby’s al dan niet uitsluitend borstvoeding op dag zes.
“Zeker de eerste weken kan borstvoeding gepaard gaan met ongemak of zelfs pijn. Het is belangrijk dat moeders dan snel hulp en ondersteuning krijgen en niet denken dat pijn erbij hoort. Met deskundige hulp en steun zijn
ongemakken en pijn vaak snel opgelost.
Tegelijk is borstvoeding voor veel ouders een hobbelig parcours. Wanneer borstvoeding niet loopt zoals gewenst, voelen moeders zich soms schuldig. Onterecht natuurlijk! Ruimte geven voor die emoties is belangrijk. Je bent en blijft een goede moeder, ook als je geen borstvoeding geeft."
Christel Geebelen, lactatiekundige, Kind en Gezin
Borstvoeding op drie en zes maanden
Op de leeftijd van drie maanden krijgt 57% van de baby’s nog borstvoeding.
De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan dat baby’s minstens zes maanden borstvoeding krijgen voor de grote gezondheids- en ontwikkelingsvoordelen voor kinderen op korte en lange termijn. In Vlaanderen krijgt 39% van de baby’s op zes maanden borstvoeding, 11% krijgt uitsluitend borstvoeding, 28% in combinatie met andere voeding. In 2014 kreeg 27% van de baby’s op zes maanden borstvoeding.
Andere cijfers
Zo’n 10% van de baby’s krijgt nog borstvoeding als ze één jaar zijn.
Kijken we naar de nationaliteit van de moeders bij hún geboorte, dan zien we dat 73% van de baby’s met een moeder van Belgische origine borstvoeding en 91% van de baby’s van moeders van niet-Belgische origine borstvoeding krijgen op dag zes.
Enkel bij baby’s met een moeder van Belgische origine doet zich een groot verschil voor naargelang de kansarmoedesituatie van het gezin. 53% van de baby’s in kansarmoede krijgt borstvoeding op dag zes tegenover 74% van baby’s geboren in een kansrijke omgeving.
Kind en Gezin registreert in welke kraamkliniek baby’s geboren worden. In 2024 waren er 32 Belgische kraamklinieken met een Baby Friendly Hospital certificaat, een certificaat, gelanceerd door Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie ter promotie van borstvoeding. 82% van de baby’s die er geboren worden, krijgt borstvoeding op dag zes versus 77% van de baby’s die in een andere kraamkliniek worden geboren.
Meer weten?
Mee(r) steun en hulp in de kijker zetten?
De Kraamkaartjes van Kind en Gezin maken praktische hulp vragen én aanbieden makkelijk!
Nele Wouters